Paul Hersey (1931 – 2012) ontwikkelde samen met Ken Blanchard het indertijd baanbrekende concept ‘situationeel leidinggeven’. Het model onderscheidt 4 stijlen van leidinggeven, elk passend bij vier typen medewerkers.

1. Is de medewerker gemotiveerd en competent, dan is een leidinggevende het meest effectief door te delegeren ( S4)
2. Is een medewerker gemotiveerd noch competent, dan is een corrigerende en confronterende stijl het meest aangewezen, opgevolgd door coaching/begeleiding (S2).
3. Medewerkers, die wel gemotiveerd zijn, maar niet competent hebben het meeste baat bij een instruerende leiderschapsstijl (S1).
4. Medewerkers die competent zijn, maar niet gemotiveerd zijn het meest gebaat bij een steunende stijl.

Pluspunten en nadelen van dit model

Met behulp van dit model kun je als leidinggevende vlot je medewerkers indelen in vier categorieën en daar je stijl op aanpassen. Dit model geeft de leidinggevende enige houvast.

Een nadeel van dit concept is dat een medewerker meestal niet op alle fronten competent of gemotiveerd is. Dat maakt het voor de leidinggevende meteen wat complexer, want hij of zij zal preciezer moeten bezien op welke taken een medewerker zowel motivatie als competentie laat zien en op welke taken niet of minder.

Voor meer actuele informatie over dit model zie ook www.situational.com