Schattingen wijzen uit dat er in Nederland ongeveer 40.000 tot 50.000 mensen werkzaam zijn als coach. Met een dergelijk aantal kun je heel werkend Nederland van een coach voorzien. Niet alle coaching leidt echter tot een goed resultaat. Ik noem de zes succesfactoren als je te rade mocht gaan bij een competente coach.nr 1: MotivatieVanzelfsprekend. Of toch niet? De optimale motivatie voor coaching komt van binnenuit (‘intrinsiek’). In mijn praktijk zie ik echter weleens medewerker, die min of meer gestuurd wordt door zijn of haar leidinggevende. Die wil dan graag dat een medewerker aan zichzelf gaat werken. Bijvoorbeeld: zich volgzamer opstelt. Motivatie gaat over de bereidheid om jezelf onder ogen te willen zien. De durf om jezelf ter discussie te stellen. Het geloof om bepaalde zaken anders aan te pakken.nr 2: ZelfinzichtZonder inzicht is coaching zinloos. Inzicht gaat over het vermogen te reflecteren op gedrag, percepties of problematiek op een meer overstijgend niveau. Inzicht vergt een beetje intelligentie en de durf om jezelf in een breder perspectief te plaatsen. Openstaan. Zonder inzicht heeft coaching doel noch richting.nr 3: Duidelijke doelenCoaching zonder doel heeft geen zin. Hoe duidelijker het doel, hoe beter.nr 4: Behapbare problematiekDe coaching dient gerelateerd zijn aan het werk en moet wel te behappen zijn, zowel voor de coach als de coachee. Coaching is naar voren gericht, volgens het fail forward principe. Voor psychische problemen, zoals bijvoorbeeld een depressie, borderline of een angststoornis is doorverwijzing naar een psychotherapeut aangewezen.nr 5: Niet alleen praten, maar ook doen. Dit gaat over oefenen en experimenteren in de praktijk. Het uitproberen van nieuw gedragsrepertoire. Je kunt bepaalde zaken op een andere manier gaan doen of bekijken. Effectiever. Makkelijker. Prettiger.nr 6: Tot slot: de klikTussen coach en coachee moet er een ‘klik’ zijn. Maar wat is dat, die klik? Dat gaat over vertrouwen, veiligheid en vriendelijkheid. Maar ook: het gevoelde besef dat je bij een coach aan het juiste adres bent, dat hij/zij degene is, die jou verder kan helpen. Vrienden hoeven ze niet te worden, maar beide partijen moeten wel het geloof hebben dat ze bij elkaar aan het goede adres zijn.