Op maandagochtend 11 januari 2015 luisterde ik om 08.00 uur naar het nieuws op radio 1. Ik was bezig op te staan en vernam dat David Bowie was overleden. Geheel onverwacht, voor de buitenwereld althans, want hij leed al anderhalf jaar aan kanker. Dit nieuws kwam voor mij binnen als een schok. Vanaf de jaren zeventig luisterde ik naar zijn muziek. In die zin gaat hij mijn hele leven lang al mee. In de jaren tachtig heb ik een optreden live in de Kuip gezien. Ik zie hem nog zo met blonde kuif en in een satijnen pak aan een koord uit een huizenhoge spin afdalen.

Transformaties

Hoewel ik niet een echte adept was van zijn muziek, had ik wel een grote bewondering voor hem. Bowie was namelijk bigger than life. Hij was de man die zichzelf steeds opnieuw wist uit te vinden en zijn publiek steeds wist te verbazen met zijn creaties en muzikale invalshoeken. Steeds weer wist hij vooruit te lopen op de tijdsgeest. Hij was allesbehalve vastgeroest aan zijn succes. In plaats van zijn fans te pleasen en het succes van alter ego Ziggy Stardust verder uit te bouwen koos Bowie er steeds voor om het roer radicaal om te gooien. Met deze transformaties wist hij decennialang zijn fans te verwarren en aan zich te binden. Dit vermogen tot veranderen vormde in feite de constante factor in zijn loopbaan. Opmerkelijk, want  de meeste mensen zullen geneigd zijn om vast te houden aan hun succes. Bovendien ligt het niet in de menselijke aard om van verandering te houden. De meeste mensen hechten namelijk aan stabiliteit, gewoonten en zekerheden. Het nemen van risico’s op onduidelijke uitkomsten past niet in dat plaatje. Zeker niet als de zaken op alle fronten goed lopen. Dan is het toch vaak minimaal een kwestie van consolideren. Verandering en vernieuwing roepen juist vaak weerstanden op. Zo ook in organisaties. Het is de angst voor het onbekende. De angst ook om de verworvenheden te verliezen. Toch zou verandering de enige constante zekerheid moeten zijn waar de mens op kan vertrouwen. Zonder verandering is er immers geen vooruitgang.

Motor

We zijn helaas niet allemaal zo creatief en begenadigd als David Bowie. De meeste mensen hebben een ‘gewone’ baan. Daar komt weinig verbeeldingskracht of glamour bij kijken. Toch heeft iedereen het vermogen om te transformeren. Wie kent niet het voorbeeld van de accountant die meubelmaker is geworden? De advocaat die is gaan werken in een galerie? De arts die een restaurant begint? Dit soort drastische transformaties doen zich het meest voor in de mid-life periode. Zodra men de veertig is gepasseerd komt vanzelf het moment dat men gaat terug kijken en vragen gaat stellen (“Was dit het nou?”, “Wat komt er nog?”). Dit tussentijds opmaken van de balans doet de fundamenten van het bestaan soms wat trillen. Er wordt ook wel eens van een crisis gesproken, zodra een veertig plusser besluit een motor aan te schaffen. Meestal is het echter minder triviaal dan dat. Een diepergaand zelfinzicht en zelfbewustzijn is de eerste stap tot een succesvolle transformatie. Hierbij doel ik onder meer op inzicht in je (diepere) drijfveren, overtuigingen en talenten. Belangrijker nog is de durf om daar iets mee te doen. Het overwinnen van angst voor verandering vormt daarbij de echte uitdaging. Zodra je over die angsten heen kunt stappen, kan iedereen zijn als David Bowie. Dan is verandering niet meer iets dat je overkomt op middelbare leeftijd, maar een van de constante factoren gedurende je leven.

I’m stepping through the door and I’m floating in a most peculiar way

And the stars look very different today

Space Oddity (1969)

Erik Reijtenbagh, 2015